Hemiclepsis marginata (O. F. Müller, 1774) gezoomde bloedzuiger
Kenmerken | Hartvormige kop met twee paar ogen, lengte- en dwarsrijen van gele vlekken, lengterijen van wratjes. |
---|---|
Kleur | Groenachtig tot roodbruin. |
Voorkomen | Stilstaande en langzaam stromende wateren. |
Voedsel | Bloed van vissen en amfibieën, soms van weekdieren en wormen. |
Voortplanting | |
Grootte | In rust, lengte tot 30mm, breedte tot 5mm. |
Hemiclepsis marginata is een levendige bloedzuiger die erg veranderlijk van vorm en kleur is. In uitgestrekte toestand lijkt hij op Piscicola geometra maar hij kan ook sterk samentrekken waardoor hij een ovale vorm krijgt. Als hij bloed gezogen heeft is hij bovendien erg dik.
Met de achterste hechtschijf kan H. marginata vastzitten aan allerhande substraat b.v. plantenstengels maar de soort is ook te vinden onder substraat zoals hout en stenen.
Als er beweging wordt waargenomen, worden er zoekbewegingen gemaakt. Eenmaal een gastheer gevonden, zuigen ze zich meestal meteen vol en blijven dan nog 2 tot 3 dagen op de gastheer zitten. Ze kunnen tot 10 maanden zonder voedsel.
De twee tot drie legsels van H. marginata kunnen in de lente en zomer gevonden worden. Elk legsel kan tot 200 eieren bevatten. Deze worden dicht bij elkaar aan het substraat gehecht. De moeder bedekt ze met het lichaam en door golvende bewegingen te maken wordt het water ververst. Afhanklijk van de temperatuur komen de eieren na 1 tot 3 weken uit en zuigen de jongen zich vast aan de buikzijde van de moeder. De verzorging van de eieren en de jongen duurt ongeveer 6 weken.